background-image

Woninginbraken: niets is wat het lijkt

Voordat ik particulier onderzoeker werd heb ik jarenlang bij de politie gewerkt. Waar ik vooral aan moet terugdenken zijn de woninginbraken uit mijn surveillanceperiode. Gezien de toen ook al geringe bezetting op ons bureau kreeg je met name in de ochtenduren meldingen van woninginbraken. Geregeld waren deze in een bekende wijk, waar je ook dikwijls voor andere akkefietjes aanwezig was. Veelal ging je alleen op pad, gewoonweg omdat er onvoldoende bezetting was.

Als je dan ter plaatse komt is de eerste indruk dikwijls het belangrijkste. Je moet natuurlijk niet vooringenomen zijn als je weer eens een bekende treft. Nee, je gaat altijd op zoek naar de feiten, waarbij je niets over het hoofd mag zien. Dat is voor veel politieagenten best lastig. Er wordt van je verwacht dat je specialist bent op ieder (fraude)gebied. Bij mijn latere werkgever Hoffmann Bedrijfsrecherche sprak men in de media over wel 134 soorten fraude. Ga er maar aan staan. En dan heb je het alleen nog maar over fraude. Het politiewerk is zoveel breder. Recherchewerk maakt daar maar een klein deel van uit. En dan heb je bij de politie ook nog te maken met prioriteiten stellen; alleen de meest zware delicten met de meeste impact of de politie(k) meest gevoelige zaken krijgen aandacht van rechercheurs. Daarvoor komen enkele hoge piefen eens de in zoveel tijd bij elkaar om een paar van die zaken uit de grote stapel te halen. De rest komt op de plank, of in de oude doos terecht.

Het is misschien dan ook wel logisch dat je interesse niet altijd ligt bij de geloofwaardigheid van een woninginbraak. Het lijkt dan ook dikwijls dat de boefjes daar op gokken.

Onderschat de ‘inbrekers’ niet

Je wilt niet weten hoe inventief mensen wel niet zijn, vooral degenen waar je het totaal niet van verwacht. Dat zijn vaak de mensen die je al meerdere malen 'in het circuit' hebt getroffen, waarvan de slimmigheid er nou niet meteen vanaf druipt. Maar let wel: onderschatting is heel gevaarlijk. Ook hier.

Als je bij de woning komt zie je de gebruikelijke inbraaksporen, waarbij de daders veelal behoorlijk grof te werk zijn gegaan. Je hebt ook dikwijls te maken met kapotte ruiten, compleet vernielde deuren en kozijnen. Binnen is het vaak een grote puinhoop omdat alles overhoop is gehaald. Dat maakt indruk. Er wellen al bijna tranen van medeleven op.

Dan komt wederom de onderschatting, want dan komt er een opsomming van goederen die zijn weggenomen. Goederen die je niet had verwacht bij deze persoon of dat gezin. Ja, pas op voor die voor ingenomenheid.

Het echte recherchewerk

En als ik dan met een andere collega op pad was, viel het me op hoe verschillend wij in bovenstaande situatie stonden. Zij waren vaak erg onder de indruk van de situatie en toonden zich begripvol en meedenkend richting het 'slachtoffer'. Als ik hen hun gang had laten gaan zou een dergelijke aangifte heel anders worden afgehandeld. Maar helaas voor betrokkenen, ze hadden in mij nu net iemand getroffen die heel geïnteresseerd was in het recherchewerk. Al snel zag ik feiten en omstandigheden die niet klopten met de opgave van betrokkenen. Zoals al gezegd, mensen zijn heel inventief en het verhaal zit vaak best goed in elkaar. Je moet echt wel van goeden huize komen om dit te ontrafelen. Daarbij komt dat het lastig is om het tegendeel te bewijzen. Ook al voel je aan dat het niet klopt, het bewijs hiervoor is soms erg moeilijk aan te tonen. Het is dan ook nog de kunst om je bevindingen zo op papier te zetten, dat een officier van justitie en zelfs een rechter jouw bevindingen op dezelfde manier interpreteren als jij bedoeld hebt.

Wordt vervolgd...

Roel Fledderus